dinsdag 5 februari 2013



 HOE OVERLEEF IK EEN WACHTKAMER - DE KUNSTENAAR


Philip Lüschen in zijn Waiting Room Survival


"Voor mijn afstuderen heb ik het werk Waiting Room Survival  gemaakt, dat nu hier op de oogpoli staat. Het is een project over wachten in wachtkamers en heb daar eigenlijk mijn fantasie verbeeld die ik heb in een wachtkamer. Wat is het wat ik graag zou willen doen, voordringen misschien? Het werk geeft mogelijkheden hoe je dat het beste kunt doen. Of jezelf vermommen omdat je geen zin hebt om met een bekende over je behandeling te kletsen? Er staat een kapstok met nepneuzen eraan die je op kunt zetten. Er liggen ook twee wachtkamerboeken met kleine illustraties die laten zien hoe je zou kunnen voordringen of als je niet wil dat iemand naast je zit, hoe je dat zou kunnen oplossen. Allerlei strategieën voor wachtkamerongemakken dus."

"Ik heb mezelf opgegeven voor BETER omdat ik denk dat mijn werk wellicht een positief effect kan hebben. Maar ik zou het al goed vinden als patiënten het zien en er een plezierig moment door beleven of de tekeningen bekijken en de situaties herkennen. Dat de spanning even gebroken wordt."

"BETER is eigenlijk een heel groot onderzoek, maar ik dacht wel: gaat dit nou meer over het project van de kunstenaar zelf, Martijn Engelbregt, of om de resultaten van de onderzoeken? Voor mij is daar een interessante spanning: wat is nou echt? Het hele project zet je aan het denken en twijfelen over of kunst in gezondheidsinstellingen überhaupt meetbaar is. Als uit het onderzoek blijkt dat Waiting Room Survival heel goed is voor de gezondheid, zal ik de prijs hiervan eens flink opschroeven, ha ha ha! Nee, ik denk niet dat zo’n uitslag mij in mijn werk beïnvloed. Uiteindelijk visualiseer ik mijn wachtkamer fantasie, en dat dit beeld binnen een bestaande wachtkamer kan zorgen voor afleiding is mooi meegenomen."
  
"Ik merk vaak dat er maar wat opgehangen wordt in zorginstellingen, om het wat op te leuken. Ik vind het moeilijk om te zeggen ‘dit moet het dan wel zijn’. Persoonlijk word ik graag afgeleid of op het verkeerde been gezet door een kunstwerk. Maar een wachtkamer waarin vrijwel niets gebeurd en, belangrijker nog, vooral niets wordt geprobeerd, lijkt me misschien nog prettiger. Met een comfortabele stoel, een echte plant en een oprecht vriendelijke receptioniste kom je al een heel eind. Dit in tegentelling tot metershoog paddenstoelenbehang of enig ander opgedrongen natuur ‘nabootsenarij’."

"Ik denk niet dat je moet proberen om kunst voor iedereen begrijpelijk en toegankelijk te maken. De ene mevrouw kan misschien ontzettend genieten van een bloem die op de balie staat terwijl een ander daar aan voorbij gaat en wordt getriggerd door een lampje dat knippert in de hoek. Voor een werk van een kunstenaar geldt hetzelfde: de een zal het wel aanspreken, de ander niet."